Rekenonderwijs

Binnen ons onderwijs stellen wij onszelf voortdurend de vraag wat leerlingen moeten kennen en kunnen wanneer zij onze school verlaten. Wij willen immers dat zij zo zelfstandig mogelijk de school verlaten: wat is daar dan voor nodig?

Binnen onze school zijn verschillende componenten van verschillende methodes uit het reguliere onderwijs samengevoegd in leerstofpakketten 4 t/m 12. De leerstofpakketten bestaan uit:

  1. Rekenboog; voor praktisch rekenen.
  2. Maatwerk; voor het ontwikkelen van getalbegrip en het maken van sommen
  3. De Klasse!Winkel; voor het leren omgaan met geld en het inzicht krijgen in
  4. Met Sprongen Vooruit; om te oefenen met begrippen, getallen en het aanleren van getalstructuren.

Ook maken we gebruik van de websites van Gynzy en Squla. De leerlingen werken met een eigen Chromebook op passend niveau. Al deze aspecten zorgen ervoor dat de leerling op vele manieren het rekenen zich eigen kunnen maken.

De lessen zijn gekoppeld aan de CED-leerlijnen. Leerlingen werken in de stamgroep en krijgen lespakketten op maat. Van groot belang hierbij is het betekenisvol rekenen: rekenboeken met werkbladen zijn veel minder effectief voor onze leerlingen. Zij moeten juist veel oefenen met concreet materiaal.

Door het materiaal van Rekenboog.zml ziet het rekenonderwijs er anders uit … minder nadruk op formeel rekenen dus minder kale sommen, want er is vaak onvoldoende begrip van waar ze mee bezig zijn, het duurt lang voordat er automatisering bereikt wordt, bovendien kom je kale sommen in de dagelijkse werkelijkheid niet tegen… Dus de tijd kan zinvoller besteed worden.

Betekenisvol leren; kale sommen zijn voor onze leerlingen betekenisloos. Bij Rekenboog.zml gaat het om handelend rekenen in betekenisvolle situaties en voor leerlingen herkenbare contexten (betalen in een winkel, pizza verdelen…) Bij het handelend rekenen wordt een ‘rekenprobleem’ voorgelegd aan de leerlingen wat moet worden opgelost. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de informele kennis van de leerlingen die ze hebben opgedaan in het dagelijks leven. Bij het oplossen van het probleem leren de leerlingen al doende gebruik te maken van verschillende modellen en materialen met een structuur: vingers, eierdozen en bij meten bijvoorbeeld met natuurlijk maten als een voet of een stap.

Meer werken in groepjes; alle lessen zijn bedoeld om in groepjes te geven. Er zitten eigenlijk geen lessen in waarmee leerlingen individueel aan de slag kunnen.

Veel interactie; de contexten en activiteiten zijn zo gekozen dat er veel ruimte is voor interactie (tussen leerkracht en leerling en tussen leerlingen onderling). Ervaring heeft geleerd dat interactie onderling goed mogelijk is. Maar daarnaast zijn er ook momenten waarop de leerkracht instructie geeft door hardop denkend voordoen (modellen). Deze momenten worden veelvuldig afgewisseld met interactieve momenten.

Werken aan zelfredzaamheid; de kerndoelen voor zml zijn gericht op zelfredzaamheid. De leerlijnen die als basis voor het materiaal van Rekenboog.zml gebruikt zijn, zijn ook op die manier verder ingevuld. Dat uit zich in het feit dat er minder nadruk wordt gelegd op het formele rekenen en meer nadruk op begrip van getallen en bewerkingen en op de leerlijnen meten, tijd en geldrekenen.

We maken ook gebruik van de lespakketten van de speciale klasse!winkel.

Hoofddoel hierbij is het verhoging van de opbrengsten t.a.v. van Getalbegrip en Praktische rekenvaardigheden voor leerlingen op scholen voor so/vso en sbo.

Het belangrijkste doel van de ontwikkeling van de klasse!winkel is de verbetering van het rekenonderwijs binnen de scholen voor so/vso en sbo. Echter, door de praktische rekenlessen binnen de context “De Winkel” te koppelen aan de thematische lijn, ontstaat er samenhang met de vakgebieden Taal en Wereldverkenning. Daarmee ontstaat een betekenisvolle leeromgeving, die de ontwikkeling op meerdere vakgebieden stimuleert.

Dit begint allemaal al in het so, waar leerlingen praktisch rekenen (met materiaal dat ze tegenkomen in hun omgeving). De leerlingen kunnen gebruik maken van een kleine rekenwinkel: leren hoe zij boodschapjes kunnen halen en het proces van afrekenen goed afronden. Gaan leerlingen naar het vso, dan hebben we een grote rekenwinkel. Deze winkel vol met echte producten bestaat uit een supermarkt, een kantoorboekhandel, een tuincentrum, een fietsenwinkel, een drogist en een fietsenmaker. Hier kan volop geoefend worden met makkelijkere en moeilijkere opgaven. Daarnaast hebben we drie maal per week een schoolkantine op het vso. Het is goed om te oefenen in de winkel, maar je eigen zakgeld beheren binnen de kantine, maakt het voor leerlingen nog meer inzichtelijk waarom rekenen belangrijk is. Ook komen de rekenhandelingen terug binnen de praktijklessen koken en techniek.

Betekenisvol, levend en dynamisch rekenen kom je bij ons door de hele school tegen!